Albert Heijn & Franchise
Wat is franchising:
De oorsprong van franchising ligt, evenals die van het vrijwillig filiaalbedrijf, in de Verenigde Staten. Daar komt franchising al aan het eind van de 19de eeuw voor.
Een franchise is een methode van zakendoen waarbij een ondernemer (de franchisenemer) een contract sluit met de eigenaar van een handelsnaam (de franchisegever) die de franchisenemer het recht geeft om tegen betaling een zaak met die handelsnaam te exploiteren. Er bestaat een efficiënte taakverdeling tussen franchisenemer en franchisegever. Beide partijen doen vooral datgene, waar zij sterk in zijn. Voor de franchisenemer zijn dat vooral de operationele taken, zoals de verkoop en de dagelijkse gang van zaken binnen de eigen onderneming. Voor de franchisegever ligt het accent op de marketing en de aansturing van de totale organisatie.
De start van Albert Heijn franchising
Aan het eind van de jaren zeventig wilde Albert Heijn verder groeien, echter dat ging zeer moeizaam. Nederland was vrijwel vol wat winkels betreft, dus groeien kon alleen door overnames van bestaande winkels. Nadat Albert Heijn bv bekend maakte proeven te willen nemen met Franchising, bleek dat de buitenwereld veel belangstelling. Er kwamen in de loop van tijd veel verzoeken om meer informatie vanuit de journalistiek en de ondernemers. Albert Heijn zag dat het samenwerken met lokale, zelfstandige ondernemers als een goed alternatief om vestigingsplaatsen te veroveren in moeilijk gebieden, zoals kleinere dorpen. Ook waren er verschillende lokale ondernemers die veel vertrouwen hadden in de winkelformule van Albert Heijn, welke al 100 jaar stevig stond. Daar kwam bij dat Albert Heijn een zeer open opstelling had die het eventuele wantrouwen wegnam. Bij veel zelfstandige ondernemers heerste onvrede over hun grossiers en zij zochten naar nieuwe wegen. Ondernemer Abel Banus uit Appingedam:“De grossiers stelden zich op alsof ze de dominee of burgemeester waren”. Zelfstandige ondernemers voelden zich steeds meer slachtoffer van de grossiers. Deze onvrede was de aanleiding om de ondernemers enthousiast te krijgen voor Albert Heijn Franchising. Voor zover de bekend is, was er slechts een man die zich hard maakte voor franchising. Dat was Frits Alhqvist. In deze tijd was hij de directeur bij Albert Heijn. Alhqvist vond Jeroen Hunfeld een goede keus om franchising te gaan ontwikkelen. Jeroen Hunfeld had gewerkt bij KBB, waar ook de HEMA toe behoorde en daar maakte men gebruik van franchising. Jeroen werd dus de aanwezen persoon met verstand van franchising. Dat Jeroen zelf had gezegd dat hij er niet echt veel verstand van had en pas 31 jaar was, was niet zo belangrijk. Jan Manuel, die na het prille opstarten van Jeroen Hunfeld het stokje overnam, vertelt dat de doorbraak van Albert Heijn Franchising vooral het werk is geweest van Frits Ahlqvist. Toen franchising heel succesvol werd, was iedereen vol lof, maar bij de opstart was er ook veel onrust. Ook in de directie was met niet echt enthousiast. Het is voor Ahlqvist een flinke strijd geweest. Eind jaren zeventig en begin jaren tachtig waren roerige jaren. Krakersrellen, oliecrisis,werkeloosheid in Nederland van 14% waren oorzaken om de broekriem aan te halen. Heel Nederland haalde de broekriem aan, dus wij ook! Met ingang van 1 januari 1981 lanceerde Albert Heijn de slogan ‘´s Lands grootste kruidenier gaat op de kleintjes letten’. Een van de meest succesvolle reclamecampagnes uit de Nederlandse geschiedenis ontketende een prijsconcurrentie in de branche, die niemand ooit had meegemaakt. De sfeer was rijp voor franchising. Abel Banus uit Appingedam was de eerste kandidaat franchiser. Hij was zo moedig geweest om Albert Heijn zelf te bellen en uiteindelijk nam Jeroen Hunfeld contact met hem op. De rest ging in een stroomversnelling. Banus werd franchiser en zijn vakgenoten hadden het over stappen in een slangenkuil, verraad, en een bom onder het zelfstandige ondernemerschap. Zijn winkel werd platgelopen door belangstellende ondernemers, journalisten en klanten. Albert Heijn kreeg er al heel snel franchisenemers bij. De franchisenemers bemerkten een enorm vertrouwen waarop de samenwerking mede was gebaseerd, de andere pijlers waren de ijzersterke formule en de transparante organisatie. Dat was exact wat men wilde na de roerige jaren zeventig. Met een groep van ongeveer 20 franchisenemers, waaronder Banus, gaat Albert Heijn de proef aan. De successen waren zo groot, dat al na een jaar de beslissing werd genomen om met franchising door te gaan. Op dit moment zijn er ongeveer 260 franchisewinkels en van de ongeveer 110.000 mensen die werken voor het Albert Heijn merk zijn er ongeveer 30.000 werkzaam voor franchising.